Godfried-Willem Raestempleblock

"WUHAN"

1988


[English translation not available as yet...]

Aanwijzingen voor de uitvoerders.

Vraag de partituur aan via e-mail]

Dit stuk ,geschreven voor twee slagwerksolisten ,bestaat uit drie opeenvolgende delen

De delen "Hu" en "Ong" mogen ook - als een koppel- afzonderlijk van "Kiganaibang" worden uitgevoerd, terwijl ook de afzonderlijke uitvoering van "Kiganaibang" tot de mogelijkheden behoort. Het voorgeschreven instrumentarium omvat minstens 90 verschillende slaginstrumenten, waarbij echter nogal wat substitutiemogelijkheden worden geboden.

Dit stuk werd geschreven in opdracht van Muzikon, voor het Koninklijk Muziekkonservatorium te Gent, en is opgedragen aan Karel Goeyvaerts (+), ter gelegenheid van zijn 65-ste verjaardag. Het werd gekreeerd in juni 1988 door de slagwerkers Piet Jorens en Jan Emmery(+).

Godfried-Willem RAES

maart 1988


I. "HU"

Beide spelers zitten in lotushouding , vooraan op het podium, tegenover elkaar.
Tussen hen in bevindt zich een lege vierkante houten bak (1m x 1m) met ca. 5-6 cm hoge opstaande rand en zuiver vlakke bodem.
Elke speler beschikt over een zak met ongeveer 3 liter heel fijn droog wit zand.
Beide spelers gieten hun zak zand in de bak leeg. Met een spatel strijken ze het zo perfekt mogelijk glad en vlak over het gehele oppervlak van de bak.
Elke speler beschikt over 7 zorgvuldig uitgezochte grote keien. Elke kei draagt een cijfer.
Elke kei is verschillend van elke andere kei.
Een eerste speler plaatst een van zijn stenen zorgvuldig op een uitgekozen plek in het zand.
De tweede speler zoekt uit zijn stenen die steen uit die hij het best passend vindt bij de ontstane estetische situatie in de zandtuin en plaatst hem op de meest bevredigende plek in het zand.
Dan is het weer de beurt aan de eerste speler, enzovoort tot alle keien een optimale plaats hebben gevonden.
De spelers mogen alleen de door henzelf in het vlak geplaatste keien aanraken.
Het stuk is afgelopen wanneer er een konsensus wordt gevonden over de positie van alle keien in het vlak. Pas wanneer er een volledig akkoord is over het estetisch resultaat van de interaktie, is het stuk afgelopen.
Hu , of het spel met de zandtuin, verloopt in de meest absolute stilte en sereniteit. De duur is onbepaald en hangt volledig af van de spelers.
Alle handelingen in het zand moeten door het publiek kunnen worden gezien en gevolgd.
Zij zijn de getuigen van een niet kompetitief spel zonder overwinnaar.
Wanneer het spel is afgelopen en overeenstemming werd bereikt, verlaten de spelers in alle rust en stilte de zandtuin en beginnen ze onmiddellijk met de uitvoering van Kiganaibang.

Bangkok 03/88


II."KIGANAIBANG"

Uitvoeringsinstrukties voor "Kiganaibang":

1.Instrumentatie

Dit stuk is gedacht voor een grotendeels niet-standaard instrumentarium bestaande uit instrumenten van zeer hoge kwaliteit. De minimale samenstelling van het instrumentarium omvat :

- speler 1 :

  • 8 kleine chinese templeblocks ( 3 tot 8cm breed, cfr. foto bovenaan). Deze zijn aangeduid als 8 HW - High Wood - in de partituur. Indien niet voorhanden , kunnen hier ook kleine woodblocks - te bespelen met beklede sticks- of hoge xylofoonstaven ( een hele-toonsreeks dan wel) worden gebruikt.

    7 bizarre geluiden , de keuze waarvan behoort tot de interpretatieve opdracht van de betreffende speler. Zoek geluiden die niet uit het standaard slagwerkinstrumentarium afkomstig zijn. Suggestie: verbind de slang van een luchtmatraspomp met een kleine orgelpijp en bespeel met de voeten ... .Deze geluiden staan met cijfers op de tweede notenbalk aangegeven. Elk cijfer komt overeen met een bepaald instrument.

    6 lage vol en resonant klinkende hout-klanken. Hiervoor worden bij voorkeur 3 dubbeltonige logdrums ( of mexikaanse teponazli ) gebruikt. Ook spleettrommen of heel grote chinese templeblocks - minimaal 30 cm breed- kunnen worden gebruikt. Indien geen van deze mogelijkheden aanwezig zijn, kunnen ook de laagste reeks (kies een hele- toonsreeks) klankstaven van een koncertmarimba worden gebruikt. Deze klanken staan in de partituur aangegeven als 6 LW , 6 Low Wood.

    5 heel kleine hoog klinkende trommen . De membraandiameter van de laagste trom mag 16 cm niet overschrijden. Zowel enkel-vellige als dubbelvellige trommen kunnen worden gebruikt. De vijf trommen hoeven niet tot eenzelfde familie te behoren. Het gebruik van chinese gespijkerde eivormige en meestal roodgelakte trommen wordt sterk aanbevolen. Deze trommen staan in de partituur van laag naar hoog genoteerd en zijn aangeduid als 5 HD - High Drums.

    4 grote dof-klinkende trommen. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld Afrikaanse Tutsi-trommen (Rwanda- Burundi) , Chinese of Japanse tweevellige trommen worden gebruikt. Indien wegens niet beschikbaarheid van dergelijke trommen timbalen of tomtoms worden gebruikt, dan moeten deze met een stuk doek op het membraan worden gedempt.

    3 chinese bell-cymbals . Drie verschillende diameters/ tonen. Het gebruik van originele Wuhan- instrumenten uit brons verdient hier aanbeveling. In geen geval mogen deze klanken vervangen worden door kleine westerse cymbalen, desnoods eventueel wel door Ufip-namaak of westerse bronzen klokken. Deze instrumenten zijn in de partituur aangeduid als 3 BC - Bell-Cymbals, en worden opgehangen aan een horizontale buis.

    2 losse buisklokken ( opgehangen) , eventueel te vervangen door 2 obussen , 2 plaatgongs o.i.d.

    In de partituur aangegegeven als 2 TB -Tubular Bells. De twee tonen staan respektievelijk op het tweede en vierde lijntje van de notenbalk genoteerd. 

    5 grote gongs van verschillende klankkleur en karakter , opgehangen van laag naar hoog. Een goede samenstelling zou kunnen zijn :

    - laagste gong : javaanse Gamelan-gong

    - gong 2 : paiste lage F (76 cm)

    - gong 3 : Ufip lage Gis

    - gong 4 : lage B ( Zanchi)

    - gong 5 : Chinese wind-gong (vlak)

    Alle gongs moeten een uitgesproken toonhoogte hebben en van goede kwaliteit zijn.

    Deze gongs staan in de partituur op de onderste notenbalk aangeduid als 5 L (Large of Low) gongs. De noten staan op de lijntjes genoteerd.

  • - Speler 2 :

  • 8 heel hoge metaalklanken. Hiervoor kunnen o.a. worden gebruikt : crotalen, triangels ,metallofoon- klankstaven (glockenspiel), vingercymbalen, kleine bronzen klokjes e.d.

    De acht hoge metaalklanken worden gerangschikt van laag naar hoog en mogen uit heel verschillende instrumentfamilies worden opgebouwd.

    In de partituur staan deze klanken aangeduid op de bovenste notenbalk , op en tussen de lijntjes, aangegeven als 8 HM - high metal- .

    7 bizarre klanken : hiervoor moeten zeven instrumenten/geluiden worden gezocht of vervaardigd die verschillend moeten zijn van die gebruikt door speler 1. Deze geluiden staan met cijfers op de notenbalk aangegeven. Keuze en bepaling van hiervoor te gebruiken instrumenten behoort tot de interpretatieve opdracht van de uitvoerders.

    Deze geluiden mogen in geen geval gerealiseerd worden door toepassing van elders in dit stuk voorgeschreven instrumenten noch door instrumenten behorende tot het traditionele slagwerkarsenaal.

    6 kleine gongs , diameter maximaal 36cm. Ook hiervoor gaat de voorkeur naar Aziatische instrumenten, verschillend naar onderlinge klankkleur. Ook Bonang-gongs kunnen gebruikt worden, evenals zilverbronzen plaatgongs. In de partituur staan deze instrumenten aangeduid als 6 S (small) gongs en genoteerd op de vijf lijntjes en het eerste hulplijntje van de notenbalk.

    5 houten instrumenten , medium-toonhoogte . Hiervoor wordt in de eerste plaats gedacht aan chinese templeblocks, desnoods te vervangen door lage woodblocks van goede kwaliteit, of een pentatonische reeks klankstaven uit de middentessituur van een marimba. Ze staan op de lijntjes genoteerd en zijn aangeduid als 5 MW - 5 medium wood.

    4 lage enkelvellige trommen , bvb. conga's, met kleine membraandiameter. In de partituur aangegeven als 4 CD - Conga Drums-, en genoteerd op de laagste vier lijntjes van de notenbalk. Het gebruik van instrumenten voorzien van natuurvel moet hier als obligaat worden beschouwd.

    3 ketelpauken met stemmechanisme, hetzij met centraal schroefmechanisme (zgn.Orff-pauken), hetzij klassieke pedaalpauken. Indien mogelijk verdient ook hier het gebruik van pauken met natuurvel de voorkeur.

    In de partituur staan de pauken aangegeven als 3 KD - Kettle Drums- . Ze staan op het eerste , derde en vijfde lijntje van de notenbalk genoteerd. De glissandi worden uitgevoerd met hetzij pedaal ,hetzij draaischroefmechanisme , telkens op de enkele slag.

    2 tamtams of andere laag-klinkende metaalgeluiden met niet specifieke toonhoogte. Cimbalen mogen evenwel niet worden gebruikt, met uitzondering van grote chinese cimbalen met omgebogen rand. In de partituur aangeduid als 2 LM - Low Metal - en genoteerd op het tweede en vierde lijntje van de notenbalk.

    3 grote bastrommels . Diameters varierend van 75 tot 200 cm. In geen geval bastrommen van een drumstel gebruiken. Raamtrommen (enkelvellig) van zeer grote afmetingen zijn ook toegestaan. De trommen worden vertikaal in een statief opgesteld of opgehangen. Indien geen drie grote trommen kunnen worden bijeengebracht , mag ook 1 enkele trom worden ingezet. In de partituur staan de bastrommen genoteerd op de onderste notenbalk respektievelijk op het eerste , derde en vijfde lijntje.

  • - Te gebruiken slagmateriaal voor beide spelers :

  • Elk instrument zal zoveel mogelijk worden bespeeld met de er normaal bijhorende stokken of kloppers. Normale drumsticks worden echter niet gebruikt. Het verdient aanbeveling dit stuk uit te voeren met in elke hand twee relatief korte kloppers. Heel geschikt zijn de met textiel omwikkelde chinese kleine en grote kloppers, waarvan de steel kan worden gebruikt voor de hoge metalen en houten instrumenten. Omdat zelfs in dit geval zeer vaak verwisselingen van slagmateriaal nodig zijn - wisselingen die uiteraard volkomen onhoorbaar moeten gebeuren - moet het gebruik van een tafeltje met slagmateriaal per speler worden aanbevolen. De heel grote kloppers voor de gongs kunnen echter best vlak bij deze instrumenten zelf worden opgehangen zodat ze voor het grijpen zijn.
  • .2:Speelaanwijzingen en notatie

    - Tempo , frazering en interpretatie:

  • Dit stuk vergt nogal wat van de koordinatie tussen de spelers. De spelers moeten vrienden zijn - het stuk is niet een gevecht tussen twee spelers, maar moet integendeel eerder sereniteit uitstralen.

    Het tempo ( vierde noot = M.M.60 is een goed vertrekpunt) hangt nogal af van de karakteristieken van het gebruikte instrumentarium. Ga voor de precieze bepaling van het tempo uit van de snelste notenwaarden in het stuk. Deze moeten zo snel als nog enigszins elegant speelbaar mogelijk is , worden uitgevoerd. Het hele stuk moet overigens licht en elegant worden gespeeld.

    Kiganaibang bestaat uit 7 muzikale zinnen . Het einde van elke zin is aangeduid met een letter (A- G) en een gemeenschappelijke maatstreep. Alleen op deze punten mag het tempo tijdelijk worden opgeheven om de instrumenten volledig te laten uitklinken. Tempowijzigingen komen in het stuk niet voor. Dinamische aanduidingen werden niet in de partituur opgenomen omdat dit teveel afhankelijk is van de karakteristieken van de gebruikte instrumenten. Ga uit van die dinamiek voor elk instrument waarbij dit ten volle en zonder overdrijving kan klinken. Sla eerder te zacht dan te luid. Denk piano tot mezzoforte. De zinnen A-G moeten middels de dinamiek , als dusdanig worden vertolkt. Er is geen maatsoort bepaalbaar. Binnen de voor beide spelers gemeenschappelijke zinnen A-G zijn er individueel verschillende 'bijzinnen', die elke speler afzonderlijk als dusdanig moet frazeren.

  • - Ritmische notatie :

  • Er werd afgezien van het aanbrengen van cijfers onder de notengroepen. Elke notengroep is precies een vierde noot lang. Drie achtsten worden dus als triool gespeeld , zeven zestienden als een septuool enzovoort.

    Elke noot is een enkele slag. De instrumenten worden niet gedempt. Een vierde noot voor een gong, zal dan ook aanmerkelijk langer blijven klinken. 

  • - Opstelling:

  • De spelers zullen er zorg voor dragen dat alle instrumenten kompakt en zonder enig bijgeluid te produceren , staan opgesteld. Ze moeten naar elkaar kijken. De grote instrumenten - bastrommen en grote gongs- worden best achter de respektievelijke spelers opgesteld. Het dragen van een licht en geen loopgeluiden producerend schoeisel is obligaat - turnpantoffels zijn aangewezen. Wanneer de vloer kraakt of niet toelaat de instrumenten stabiel op te stellen , aarzel dan niet tapijt te gebruiken.

  • III. "ONG"

    1. Speelaanwijzingen - partituur

  • De partituur voor "Ong" wordt gevormd door de zandtuin zoals die werd opgebouwd in "Hu".
    Laat elke steen uit je tuin een zorgvuldig bewerkte klank zijn.
    De onderlinge positie van de stenen in de zandtuin, bepaalt de onderlinge positie van je zeven klanken in de tijd.
    Elke klankgebeurtenis moet zijn als een bewerkt juweel. Bestudeerd , beheerst en met een uitgesproken eigen karakter. Gebruik geen enkelvoudige klanken. Geen klank wordt ooit herhaald.
    De opstelling van de verschillende geluidsbronnen gebeurt zo verspreid over het podium als maar mogelijk is. Eveneens binnen de mate van het mogelijke moet worden getracht andere instrumenten te gebruiken dan die welke voor Kiganaibang werden gebruikt. De uitvoering van "Ong" vergt dan ook nogal wat geloop van de spelers over het podium. Dit lopen moet beheerst, rustig en zelfzeker gebeuren, enigszins plechtig maar zonder theatraliteit. Uiteraard moet het in volkomen stilte gebeuren.
    De tijdsduur van "Ong" mag die van "Kiganaibang" niet overschrijden.
  • 2.: Klanken - materialen

  • De 27 hierna gegeven klanken zijn meer dan voldoende om het stuk te realiseren. Hun gebruik is echter niet verplicht. Ze kunnen wel als exemplarisch worden beschouwd voor de klankwereld die de uitvoerder hier voor ogen dient te staan. Elke speler zal niet meer dan 7 klanken gebruiken.

    Elke klank is exclusief aan een steen uit de zandtuin van "Hu" toegewezen.

    Klank 1 :

  • druk met je duim een chinese zware bell-cimbaal , met een op en neer gaande beweging ondersteboven (met het centrale gat in de koepel naar beneden) tegen het vel van een middelgrote trom. Sla de cimbaal hard aan met een met vilt beklede stok, op de rand.
  • Klank 2 :

  • sla een samenhangende notensekwens met zachte ping-pong palletjes op de rand van een in boventoonsstemming gestemde reeks pvc-buizen van ca. 10 cm. doorsnede.
  • Klank 3 :

  • Zaag twee stukken pvc-buis af op twee verschillende lengtes overeenstemmend met specifieke resonanties van een uitgezochte grote diepklinkende gong.

    Sla de gong centraal en hard aan. Grijp in elke hand een pvc-buis en beweeg die beurtelings tot vlakbij de trillende gong. De buizen moeten beurtelings hun resonantietoon laten horen. Raak echter nooit de gong aan met de buizen.

  • Klank 4 :

  • Neem een middelgrote gong aan zijn ophangtouw vast in een hand , boven een kuip gevuld met water. Sla de gong aan en laat hem onmiddellijk maar traag in het water glijden.
  • Klank 5 :

  • Speel volgende figuur op een leeuwengebrul:
  • Klank 6 :

  • Maak een 'Waldteufel' en laat die draaiend klinken in een enkele gesloten muzikale zin.
  • Klank 7 :

  • Speel een lange globaal stijgende figuur op een grote zingende zaag van goede kwaliteit.
  • Klank 8 :

  • Een plastic-zakje met water wordt aan een statief opgehangen boven een trom met plastic-membraan.

    Prik met een speld een klein gaatje in het zakje.

  • Klank 9 :

  • Kies een dubbelvellige tom-tom uit met slechts een enkel luchtdrukkompensatiegat .( Als er meer zijn , stop de andere dan zorgvuldig hermetisch dicht). Sluit op dit gat een voetpomp aan.

    Speel een lange accellerando-diminuendo sekwens terwijl je de trom opblaast.

  • Klank 10 :

  • Schiet met een alarmpistool, verborgen aan de achterkant, vlakbij de allergrootste beschikbare gong.
  • Klank 11 :

  • Speel volgende figuur op een grote windmachine (kies een type met doek zoals gebruikt wordt in de opera).
  • Klank 12 :

  • Blaas via een dun stuk slang , je hele longinhoud langzaam leeg . Dompel het andere uiteinde van de slang onderin een voor 10cm met water gevuld groot benzinevat.
  • Klank 13 :

  • Bevestig een balletje uit siliconenrubber op een elastisch stalen staafje. Voer met het balletje een cirkelvormige beweging uit over het vel van een pedaalpauk terwijl je de pedaal geleidelijk indrukt. Het balletje moet het membraan aanstrijken en een kontinue toon opleveren.
  • Klank 14 :

  • Strijk met een kontrabasstrijkstok de rand van een vibrafoonstaaf aan. Het pedaal wordt ingedrukt gehouden en de motor loopt van traag naar snel. Laat uitklinken aan het einde van de boog.
  • Klank 15 :

  • Sla twee chinese bell-cimbalen van gelijke diameter tegenelkaar en beweeg ze na de aanslag evenwijdig met elkaar ,naar elkaar toe en van elkaar weg. Let op de verschuivende resonanties veroorzaakt door de resonator die wordt gevormd door de samengestelde binnenkanten van de holle koepels.
  • Klank 16 :

  • Neem een scheepsklok of een ander zwaar bronzen instrument met een cirkelvormige rand onderaan. Houdt het instrument in een hand en sla het hard aan met een klopper in de andere hand. Beweeg het klinkende instrument nu naar een grote horizontaal opgestelde trom of pauk met dun membraan zo dicht mogelijk - zonder echter te raken - met de ronde rand tegen het membraan. Draag de trilling van de klok over op de trom.
  • Klank 17 :

  • Sla een grote tamtam of een gong aan langs de achterzijde , terwijl je brushes zachtjes tegen de voorkant laat meezinderen. Als alternatief voor aanslaan kan hier ook aanstrijken op de rand worden gebruikt.
  • Klank 18 :

  • Neem een stuk pvc-buis waarvan de resonantietoon binnen het bereik valt van die van een beschikbare pauk.

    Speel een zachte enkelpolsroffel op de pauk terwijl je andere hand de buis op enkele centimeters van het vel houdt en je voet de toonhoogte geleidelijk laat stijgen of dalen. De buisresonantie mag pas in het midden van het tijdsverloop van dit geluid optreden.

  • Klank 19:

  • Twee Thailandse of Chinese kwiezies die om beurten worden aangeslagen en een Doppler-tremolo laten horen.
  • Klank 20:

  • Een enkele slag op een in de hand gehouden chinese gong met stijgende glissando karakteristiek. Gebruik een Wuhan-fabrikaat gong uit het standaard Peking-opera instrumentarium.
  • Klank 21 :

  • Een buisklok wordt aangeslagen -vastgehouden in een hand - en traag in een emmer water neergelaten.
  • Klank 22 :

  • Een stalen buis van 2,6 tot 3 meter lengte en ongeveer 7 cm diameter staat opgesteld in een stevige buizenklem. Een brandende en met propaangas gevoede roofingbrander wordt gebruikt om de buis zijwaarts aan te blazen. Naarmate de buis heter wordt stijgt de toon. Draai de gaskraan dicht wanneer de toon niet verder stijgt. Dompel de hete brander in een emmer water.
  • Klank 23 :

  • Bouw een ingewikkelde knikkerbaan met een lang trajekt. Gebruik dunne pvc-buizen naast andere materialen. Het door de ene knikker die je in de baan laat rollen af te leggen trajekt moet minimaal 7 sekonden duren. Laat de baan uitmonden in een grote steeldrum die je over en weer laat schommelen vanzodra de knikker begint te rollen.
  • Klank 24 :

  • Maak een groot snorrebot en laat die in een enkele muzikale zin klinken.
  • Klank 25 :

  • Hang een enorme staalplaat ( minstens 4 meter hoog) op als donderblik . Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een wijdbeens opgestelde grote ladder. Bouw een grote crescendo op door aan de plaat te schudden.
  • Klank 26 :

  • In een grote ronde kuip ( 150 liter) laat je drie chinese schotelgongs ronddrijven. Sla ze aan op de rand. Wanneer ze naar elkaar toedrijven , sla je ze vanelkaar weg.
  • Klank 27 :

  • Aan een stuk van ongeveer 1 meter afgeplatte elastiek bevestig je een loden bolletje. Draai rond boven het hoofd. Er moet een snorrend geluid ontstaan. Laat dit geluid maximaal 6 sekonden duren. Vertraag je beweging geleidelijk aan het einde tot er geen zoevende klank meer is. Draai door tot stilstand van de elastiek.

    Hongkong 03/88

  • P.S.: Voor uitvoeringen van dit stuk moeten noch mogen auteursrechten worden betaald. Elke poging tot inning van auteursrechten naar aanleiding van publieke uitvoeringen van dit stuk kan gerechterlijk als poging tot afpersing worden vervolgd.


    [Terug naar Logos Homepage] [Terug naar Godfried-Willem Raes index] [Terug naar Library file] Terug naar katalogus komposities van Godfried-Willem Raes

    Published on the web on november 21th, -3. :Last update , 2007-05-13