Songbook 
 
 
 Songbook (1995) is de derde groots opgezette kompositie waarin de auteur gebruik maakt van zijn 'onzichtbaar muziekinstrument'. In 1984 kwam Holosound op de planken, in 1992 kwam de première van A Book of Moves. Het vertrekpunt - op apparatief vlak - van Songbook, is de intussen nog heel wat verder geperfektioneerde radarapparatuur die de auteur ontwikkelde en waarmee allerlei expressief relevante aspekten van de menselijke motoriek volstrekt draadloos en zonder gebruik te maken van enige optische technologie, kunnen worden afgebeeld ('gemapt') op akoestische/muzikale parameters. Bewegingseigenschappen zoals grootte van de bewegende massa, snelheid van de beweging, richting van de beweging en versnelling van de beweging vormen de fundamentele input voor het instrument. In A Book of Moves werd op de meest diverse wijzen informatie afgeleid uit deze input gegevens gebruikt als sturing voor diverse muzikale parameters van een grote reeks op voorhand opgeslagen samples. Op deze wijze kon een rijk gevarieerd aantal klanken in een heus onzichtbaar instrument binnen het bereik van de speler gebracht worden. Songbook maakt daarentegen nauwelijks gebruik van op voorhand opgenomen klankmateriaal. Waar het een enkele keer toch gebeurt, krijgen samples hier een uitsluitend ritmisch ondersteunende funktie. Elke song vertrekt van op het moment van de uitvoering door de speler zelf geproduceerde vokale geluiden: syllaben, fonemen, tong- en mondgeluiden, gezongen en gesproken fragmenten.... Deze vokale geluiden worden via een koppel draadloze mikrofoons naar een komputersysteem verzonden, dat voor de verwerking kan instaan. Dit komputersysteem is opgebouwd uit een speciale dubbele DSP-processor met 8Mbyte aan RAM- geheugen die toelaat de binnenkomende geluiden aan tijdsvertragingen, toonhoogteverschuivingen, diverse filteringen, ruimtelijke distributie, feedbackalgoritmes, dynamische modulaties, frekwentiemodulatie, spektrale transformatie... te onderwerpen en dit in funktie van de informatie afkomstig van de bewegingen van de bespeler zelf. Dit maakt Songbook tot een welhaast ascetische kompositie: de uitvoerder is hier geheel op zichzelf aangewezen en niets van het materiaal is onafhankelijk van zijn inspanning en kontrole. De machine op zich doet hier helemaal niks, wanneer haar niets wordt toegestopt. De kompositie legt, voor elk van de songs waaruit het boek is opgebouwd, een verschillende wijze vast waarop de diverse input/output relaties worden gedefinieerd. Kompositorisch gezien betreft het dan ook een zuiver interaktieve algoritmische kompositie. Maar, niet alleen uit de bewegingen van de speler wordt hier informatie gewonnen, ook uit de vokale input zelf worden gegevens afgeleid: de komputer weet op elk ogenblik hoe luid de input is, welke toonhoogtes geproduceerd worden... Op grond hiervan, en dankzij de ter beschikking staande rekenkracht, wordt het mogelijk een muzikaal resultaat te bereiken dat tot achtstemmig kan verlopen. Songbook kan ook - vanuit kompositorisch oogpunt - beschouwd worden als een grondige en analytische studie van de menselijke non-verbale en niet semantisch gebonden retoriek: de kombinatie van vokale uitingen in samenhang met hun gestiek. Net zoals voor A Book of Moves en Holosound kent ook Songbook geen partituur in de traditionele zin van het woord. Hun 'partituur' is geheel en al bepaald door de vormbepalende eigenschappen van de nauw op elkaar afgestemde hard- en software ontworpen en gebouwd door de auteur. Technisch geïnteresseerde lezers wil ik wel verklappen dat voor dit Songbook een geheel nieuw 'front-end' gebouwd werd: een hybried konglomeraat van zowel analoge als digitale komputers die hun signaalanalytische taken volstrekt parallel en daardoor uiterst snel uitvoeren. Het nieuwe ontwerp werd DIANA gedoopt, afgeleid van DIgitaal-ANAloge komputer. DIANA levert via 16 kanalen gegevens aan een geavanceerde ADC-converter (16 kanaals, simultaan sampling, 1MSamples/s en dit met 12 bit resolutie). De mappings en kompositorische strukturen lopen op een standaard 80486DX processorplatform onder DOS (vanwege de snelheid). De uitvoer - de realisatie in de vorm van real-time klanktransformaties - tenslotte is toevertrouwd aan twee DSP processoren. In juli/augustus 1999 herschreef de auteur de gehele software voor zowel Songbook als A Book of Moves en bij die gelegenheid werden aan beide stukken enkele nieuwe nummers toegevoegd. In Songbook: een heuse tango! Het huidig platform wordt gevormd door een Wintel laptop (Pentium met MMX) en de software loopt nu geheel onder Windows2000 en dus in 32 bit. In 2003 werd de kode nogmaals helemaal gereviseerd, zodat ze nu beter dan ooit kan lopen op de allernieuwste processoren, laptops en operating systems.![]() 
 
      Aantekeningen bij de songs 
       Intro (uitvoerder: 
        Moniek Darge) Deze mogelijke, maar niet 
        noodzakelijke, opening van het liedboek sluit de gebruikelijke inleiding 
        en kommentaar bij het koncert in, zodat alle voorafgaandelijke uitleg 
        nu integrerend deel gaat uitmaken van de voorstelling zelf. Het metanivo 
        gaat over in het objektnivo van het stuk zelf. De komputerprogrammatie - waarmee de mapping wordt gerealizeerd 
        van de bewegingseigenschappen op de klankeigenschappen - is erop gericht 
        de retoriek van de uiteenzetting alsmaar meer te verzelfstandigen totdat 
        deze een eigen tot muziek geworden leven gaat leiden bij het einde van 
        de 'song'. Anders gesteld, bij het eind van het verhaal is alle 
        semantiek verzwonden en blijft nog uitsluitend de retoriek van klank en 
        gebaar. De organisatie van het kompositorisch materiaal laat zowel versies 
        voor gescheiden spreker/beweger als versies voor twee simultane stemmen 
        toe. De mapping die ten grondslag 
        ligt aan dit stukje is wellicht de meest intuïtieve en voor het publiek 
        doorzichtige die we hadden kunnen verzinnen: de versnelling van de bewegingen 
        moduleert hier de toonhoogteveranderingen van het gesproken of gezongen 
        materiaal. Op deze wijze kunnen retorische bewegingen van vooral de armen, 
        de tekstzegging ondersteunen. Pitching (Godfried-Willem 
        Raes of Karin De Fleyt) Deze module zou hyper-retorisch 
        kunnen worden genoemd. Uitgegaan wordt van het simpele gegeven dat iedere 
        menselijke spreker spreekt op een voor zijn stem typische normale toonhoogte. 
        Alle inflekties van zijn stem situeren zich rond dit 'tonaal' centrum. 
        De normale retoriek van de stem zit nu verscholen in objektieve eigenschappen 
        zoals enerzijds de mate waarin van de centrale toonhoogte wordt afgeweken 
        en anderzijds het dynamische verloop van de stem. In deze module worden 
        de retorische eigenschappen van het gezegde geanalyseerd en vervolgens 
        'versterkt': een toonhoogteinflektie van bvb. een toon, wordt vergroot 
        tot 2 tonen. Bovendien wordt de toegepaste versterkingsfaktor hier 
        een funktie van de bewegingen zoals die de retoriek zouden kunnen ondersteunen. 
        Retoriek wordt op deze wijze tot een volstrekt groteske karikatuur. Een enkel opgeslagen gesampeld geluid wordt hier gebruikt 
        als stemafhankelijke invulling: wanneer geen toonhoogte wordt gezongen, 
        herneemt de synthesizer de toonhoogte van de vorige gezongen toonhoogte, 
        al dan niet getransponeerd in funktie van het kompositorisch algoritme. Choir (Godfried-Willem 
        Raes) Hier wordt vanuit een enkele 
        stem een mannenkoortje samengesteld waarbij de samenstelling een funktie 
        wordt van de beweging. Het koor bestaat uit maximaal 16 verschillende 
        stemmen. Door temporele modulatie kon een minimale vorm van kanonische 
        verwerking - met meerstemmigheid al weze die dan micropolyfoon - geïmplementeerd 
        worden. Wanneer de beweging stilvalt, wordt de gezongen toon omlaag getransformeerd. 
        Het bewegen brengt het koor tot stand. Op deze wijze kon een antifonale 
        struktuur worden bereikt. De uitvoerderspartituur omvat heel wat mikrointervallische 
        melodiek en is ook op ritmisch vlak erg kompleks. Estetisch liet dit toe 
        klankeffekten te bereiken zoals we die onder meer kennen uit het koorwerk 
        van Gyorgy Ligeti. EQ's (Karin De Fleyt) In deze song, waarin in hoofdzaak 
        gebruik wordt gemaakt van ruisklanken, wordt gepoogd eigenschappen van 
        de bewegingen van de spreker/zanger te gebruiken om de klankkleureigenschappen 
        van diens stem in real-time te moduleren. Daartoe word het verloop van 
        de vorm van die beweging in de tijd hier afgebeeld op de instellingen 
        van een 15-bands grafische equalizer waardoorheen het vokale geluid wordt 
        gestuurd. Technisch gesproken gaat het hier om de getransformeerde afbeelding 
        van het spektrum van de bewegingen - de vorm van het gebaar - op dat van 
        het audio gebied, - de kleur van de klank -. Dit stuk waarin voor elke 
        voorstelling een aan de situatie aangepaste non-semantische maar toch 
        verhalende tekst wordt bedacht en gebruikt, vormt de geabstraheerde versie 
        van een fantastisch sprookje. De zegging wordt ook hier in hoge mate ondersteund 
        door de gestiek van de verteller. Wanneer deze gestiek verstilt, keert 
        de stem terug naar haar normaliteit. Ook hier bestaat de technische en artistieke mogelijkheid 
        tot vervreemding van gestiek en narratie. Daarbij kan de spreker of lezer 
        zich ook buiten de speelruimte - bvb. tussen het publiek - bevinden, terwijl 
        de beweger/speler de gelezen tekst via zijn bewegingen en zonder zelf 
        geluid te produceren, kan moduleren. De door de uitvoerders gekozen versie 
        hangt af van kontekst en plaats van uitvoering. Delta-T In dit stuk bepalen drie-dimensionele 
        bewegingseigenschappen de tijdsvertraging tussen onmiddellijk geproduceerd 
        geluid en datgene wat via de luidsprekers hoorbaar wordt. Dit maakt real-time 
        kanonisch musiceren tot een van de voor de hand liggende mogelijkheden. 
        Deze kompositie laat toe een boeiend spel met (poly)ritmische strukturen 
        te realiseren, vooral wanneer gebruik wordt gemaakt van de uit klassieke 
        versvoeten (iamben, daktylen, trocheeën) samengestelde klankgedichten 
        voorzien in de partituur: Arp Hier worden een reeks melodische 
        patronen en timbrale transformaties afgebeeld op een bewegingstopografie 
        verkregen op analoge wijze als in 'Harms'. Ook hier is het muzikaal rezultaat 
        mede een funktie van de toonhoogtes die vokaal worden geproduceerd. De 
        bewegingseigenschappen bepalen hier echter niet uitsluitend de toonhoogtetransformaties, 
        maar eveneens de tijdsstrukturering van het mikro-muzikaal verloop. Om 
        klanken aan te houden moet de beweging van de uitvoerder hier blijven 
        doorgaan. Hoe heftiger de bewegingen hoe langer de duur van de arpeggio 
        patronen. Door een gerichte selektie van de bewegingsvektoren kan de uitvoerder 
        ook stuurbare feedbacks bereiken. Het plots en abrupt stoppen van de beweging 
        geeft dan aanleiding tot een hoge accelaratiewaarde en zo op de lengte 
        van de tijdsvertragingen. Verbs In deze kompositie wordt 
        gepoogd het formaat van de ruimte een funktie te laten zijn van de mate 
        waarin erop door beweging beslag wordt gelegd. Wanneer de speler niet 
        beweegt, krimpt de ruimte ineen tot de afmetingen van een kartonnen doos. 
        Wanneer hij heel ekspansief van de ruimte gebruik maakt, groeit zij aan 
        tot de proporties van een overdekt sportstadion of een gotische katedraal. 
        De grootte van de akoestische ruimte is een kontinue funktie van de door 
        beweging in beslag genomen fysische ruimte: de grenzen van mijn wereld 
        zijn de grenzen van mijn aktie. Harms (Karin De Fleyt) In deze song - de gezongen 
        tegenhanger van 'Topoi' in het eerste boekdeel van A Book of Moves 
        - worden op grond van de beweging gedetekteerde plaatsen in de speelruimte 
        afgebeeld op harmonische transformaties van het stemgeluid. Een soort 
        eigentijdse topografische vierstemmige close-harmony in zekere zin. De gekreëerde harmonieën hangen niet alleen af van de 
        bewegingsplaats in de ruimte, maar eveneens van de vokaal geproduceerde 
        toonhoogte. Hierdoor werd het mogelijk een zekere mate van stemvoering 
        te introduceren, daar waar we anders alleen zouden gekonfronteerd worden 
        met parallel verschuivende vaste akkoorden of samenklanken. De samenstelling 
        van de akkoorden en hun dispositie kan middels minieme handbewegingen 
        worden gekontroleerd. Shaman (Godfried-Willem 
        Raes) Het vertrekpunt wordt hier 
        gevormd door op grond van snelle Fourieranalyses verkregen informatie 
        over periodiciteiten in de bewegingen, te mappen op de kommandoset van 
        een real-time sampler, betrokken op de stem. De ritmische basis, volledig 
        afgeleid uit de eigen periodiciteit van de bewegingen, verloopt driestemmig. 
        Voor elke bewegingsvektor wordt een eigen periodiciteits berekend die 
        wordt hoorbaar gemaakt via bewegingsgestuurde eenvoudige samples van diverse 
        trommelgeluiden. Door de aard van de hier gebruikte algoritmiek, is het 
        onontbeerlijk dat de bewegingen een sterk periodiek karakter hebben. Dit, 
        in kombinatie met het repetitieve dat het gevolg is van het gebruik van 
        real-time sampling, geeft dit stuk het karakter van een rituele dans. 
        Een wild shamanistisch gedanst gebed zo men wil... Gurgle Bewegingseigenschappen worden 
        hier op een erg direkte wijze gemapt op aspekten van vergaande klanktransformatie 
        vastgelegd in DSP algoritmen: bandfilters, waarvan de centrale frekwentie 
        en de Q-faktor moduleerbaar zijn tot op de grens van resonantie, fazeverschuiving, 
        delays, toonhoogteverschuiving, chorus, telkens met parametrische eigenschappen. Het rezultaat is extreem en tast de grenzen van het technisch 
        haalbare af. De klanktransformaties hebben iets weg van Tina Turner in 
        een met stikstof gevulde batiskaaf tijdens een zware diepzeestorm... SpecTim In dit stuk wordt nauwelijks 
        gebruik gemaakt van de stembanden. Alle audio-input wordt afgeleid van 
        het fluiten van de uitvoerder. De informatie afkomstig uit een spektrumanalyze 
        van de bewegingen wordt hier gemapt op de vijfvoudige temporele verschuivingen 
        van de sonore input. Link In dit lied worden de mogelijkheden 
        afgetast die ontstaan wanneer twee onafhankelijke stemmen worden gebruikt. 
        Het werd een duet waarbij de toonhoogte van de ene stem, de verschuiving 
        van de toonhoogte van de andere stem bepaalt, terwijl de bewegingen van 
        de eigenaar van de andere stem dan weer de toonhoogteverschuivingen van 
        de eerste stem determineren. Andere bewegingseigenschappen worden dan 
        weer gemapt op aspekten van ruimtelijkheid en filtering van het totaal 
        resultaat. In dit lied zijn beide uitvoerders dus innig en met elkaar 
        verbonden en in elk muzikaal resultaat van elkaar afhankelijk gemaakt. 
        Een einde in verzoening of in konflikt, in liefde of strijd, al naar gelang... Tango Zoals de titel laat vermoeden, wordt hier 
        inderdaad gepoogd een tango in real time te komponeren, uitgaand van de 
        bewegingen en de zang van de beweger. Het ritme wordt automatisch gesynchroniseerd 
        met de beweging, terwijl de tonale struktuur afhankelijk is van de vokale 
        inbreng. Dr.Godfried-Willem RAES    
      Verklarend lexikon van gebruikte termen  
          
          
          
          
          
          
          
          
          
            
      Technische specificaties Te voorziene audio apparatuur: Te voorziene lichtapparatuur: Podiumruimte en overige 
        rekwisieten:   tel.:[32]-9-223.80.89  fax.:[32]-9-225.04.34         |